Door de afschaffing van de roamingkosten op de lange baan te schuiven, bevestigen de lidstaten het beeld van Europa als logge reus die steeds achter de feiten aanholt. Voor Tom Vandenkendelaere is het duidelijk: Europa moet kiezen voor een eengemaakte digitale markt. En wel nu meteen.

Een sterker Europa is er ook één die ons dagdagelijks leven makkelijker maakt. Roaming kan daartoe bijdragen, maar blijkbaar zien de Europese lidstaten dat (nog altijd) anders. Uiteindelijk komt het in het roaming-dossier neer op een eenvoudige keuze: willen we wel of niet vooruit met 'Connected Europe'? Willen we wel of niet een ééngemaakte digitale markt? Kiezen we voor een sterker Europa voor alle burgers of bevestigen we het beeld van de logge reus die achter de feiten aanholt? Voor mij is het antwoord duidelijk: afschaffen die roaming, en wel nu!

Tegen de visie van de Commissie en het Europees Parlement in, torpedeerden de lidstaten gisteren de onmiddellijke afschaffing van roamingkosten. Een afschaffing zou nochtans een sterk signaal zijn en een stap vooruit richting het streven naar een eengemaakte Europese digitale markt. Het lijkt er echter op dat de telecomlobby vooral Zuid-Europese landen op de rem heeft doen staan.

Het Europees Parlement stemde in april vorig jaar in met het Commissievoorstel om een einde te maken aan de ‘roamingkosten’, de kosten die telecomoperatoren meer aanrekenen als je belt, sms’t of met je mobiele telefoon surft in het buitenland. Commissaris Neelie Kroes verkondigde toen dat tegen december 2015 roaming definitief zou worden begraven. Maar dat was buiten sommige lidstaten gerekend. Het dossier bleef muurvast zitten bij de Raad van Ministers tot gisteren het Letse voorzitterschap met een compromis op de proppen kwam waarbij vooral één negatief gevolg voor de Europese burgers in het oog springt: de afschaffing van de roamingkosten wordt op de lange baan geschoven.

In de argumentatie verwijst men naar een onafhankelijk onderzoek dat het BEREC, het Europese agentschap van regulatoren voor elektronische communicatie, vorig jaar publiceerde. BEREC was kritisch over de onmiddellijke afschaffing van roamingkosten omwille van, onder meer, de grote verschillen in tarifering en kosten in verschillende lidstaten alsook de verschillende reis- en consumptiepatronen binnen de Unie.

Het voorstel dat nu door de lidstaten werd aanvaard, bouwt verder op de opties die BEREC naar voren schoof. Kort gezegd komt het erop neer dat de consument in het buitenland elke dag een basispakket van 5 minuten bellen, 5 sms’en en 5 MB data kan verbruiken tegen de normale kostprijs van ‘thuis’. Ter illustratie: met de 5 MB waarvan sprake kan men net geen kwartier online surfen. Verbruikt de klant meer, dan moeten nog altijd roamingkosten worden betaald, weliswaar tegen een sterk verlaagd tarief. Het slechtste nieuws is dat van de verhoopte afschaffing ten vroegste in 2018 zou sprake zijn.

Het roamingdossier ligt politiek uitermate gevoelig. Het BEREC-rapport speelde in de kaart van sommige lidstaten, vooral zuiderse vakantielanden, die niet ongevoelig bleken voor de argumenten van hun telecomoperatoren. Die vrezen inkomstenverlies en extra uitgaven voor het versterken van hun infrastructuur. Daarbij komt nog dat de Europese telecomsector dringend moet investeren in innovatie om hun Amerikaanse en Aziatische concurrenten bij te benen. Tegenstanders van het afschaffen van roamingkosten wijzen ook op het zogenaamde waterbed-effect: de verlaging van inkomsten uit telefonie en dataverkeer in het buitenland zou telecomoperatoren ertoe nopen om hun binnenlandse tarieven te verhogen. Dit ten nadele van alle consumenten, in het bijzonder de zwaksten met de lichtste portemonnee.

Deze argumenten hebben hun merites maar gaan voorbij aan het werkelijke belang van dit dossier. Het afschaffen van roamingkosten in het buitenland komt sowieso álle consumenten ten goede, ook de zwakkeren. Wat de verminderde inkomsten van de operatoren betreft, stelt oud-commissaris Viviane Reding terecht dat telecomoperatoren zoals JOIN die roamingkosten al lang niet meer doorrekenen en daar geen nadeel van ondervinden. Integendeel. Ze wijst er trouwens ook fijntjes op dat zij als bevoegd commissaris altijd, en met succes het lobbywerk van de grote operatoren heeft afgehouden én stelt zich ernstige vragen bij het hoge kostenplaatje van de afschaffing waar de telecomsector altijd mee schermt.

Uiteindelijk komt het neer op een eenvoudige keuze: willen we wel of niet vooruit met ‘Connected Europe’? Willen we wel of niet een ééngemaakte digitale markt? Kiezen we voor een sterker Europa voor alle burgers of bevestigen we het beeld van de logge reus die achter de feiten aanholt? Voor mij is het antwoord duidelijk: afschaffen die roaming, en wel nu!