Straks beginnen in Gent 106 studenten aan hun academiejaar als student-ondernemer: dankzij de Student Ghentrepreneur-startersportefeuille krijgen ze een duw in de rug om hun zaak van de grond te krijgen. En zo zijn er nog veel meer, in heel Europa. Maar niet iedereen krijgt dezelfde kansen.
Net daarom dienen lidstaten een duidelijk kader voor student-ondernemers te scheppen. Dat stelt het Europees Parlement in een resolutie die met grote meerderheid is goedgekeurd. Europarlementslid Tom Vandenkendelaere (CD&V) schreef mee aan de tekst en benadrukt dat het geven van kansen, ook tweede kansen, aan jonge ondernemers cruciaal is in de strijd tegen jeugdwerkloosheid.
Vandenkendelaere: "Het heeft geen zin miljardenfondsen op te richten om investeringen aan te zwengelen zonder te investeren in ondernemingszin. Er moet dringend een aangepast, flexibel kader voor student-ondernemers komen. Sommige universiteiten en hogescholen in Vlaanderen hebben al uitgewerkte statuten voor student-ondernemers. Zo krijgen ze administratieve ondersteuning en worden student-ondernemers toegelaten hun examens te spreiden, net zoals topsporters. Vlaanderen kan daarbij als piloot functioneren. Programma's zoals Erasmus+ moeten nadien de bal binnenkoppen, want wie vandaag onderneemt, doet dat immers bij uitstek over de grenzen heen".
"Meer flexibiliteit is een voorwaarde: het toekennen van het statuut student-ondernemer moet eenvoudiger en vooral vlugger en elke onderwijsinstelling moet dit statuut naar eigen inzicht kunnen invullen. En hierbij moet een belangrijke mentaliteitswijziging worden doorgevoerd. Waarom geven we, terecht, faciliteiten aan topsporters en is dit minder vanzelfsprekend voor jonge ondernemers?"
" Een verhoging van de inkomensgrens om recht te hebben op een vrijstelling van de sociale bijdrage lijkt me ook zinnig. 1423,90 euro per jaar lijkt me wat aan de lage kant. Ook moeten we nadenken over een versoepeling van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor het statuut zelfstandige in bijberoep. Tegelijk moeten we ervoor waken dat deze jonge ondernemers nog fiscaal ten laste kunnen blijven van hun ouders. Op die manier kan ook de verhoogde belastingvrije som voor de ouders worden behouden."
Tot 20% van de studenten die een minibedrijfje opzetten in het secundair onderwijs wordt zelfstandig. Dat is vijf maal meer dan het algemene cijfer. Het recente programma 'Erasmus voor Jonge Ondernemers' kan zelfs nog hogere cijfers voorleggen: tot 37% van de deelnemers begint een eigen bedrijf.
Student-ondernemers - Enkele cijfers:
De UGent en een reeks hogescholen, zoals de Hogeschool Gent, de Artevelde Hogeschool, de West-Vlaamse Howest en de Limburgse PXL hebben al een bijzonder studentenstatuut voor student-ondernemers. Ook de academische raad van de KU Leuven besliste begin mei 2015 om een dergelijk statuut in te voeren.
Een student-zelfstandige ouder dan 25 of meer waarvan kan worden bewezen dat hij of zij meer dan 240 uur werkt per kwartaal komt niet in aanmerking voor de gelijkstelling bijberoep. In dit laatste geval verliest de student trouwens zijn recht op kinderbijslag.