Dit weekend werden de resultaten van "Curieuzeneuzen" bekend gemaakt. Roeselare doet het vrij goed inzake luchtkwaliteit, ook al blijven er nog werkpunten. Het Roeselaarse "Actieplan Fijnstof" zorgde mee voor de deze goede resultaten, de vergroening van onze pleinen hielp daar ook toe bij. 
Je kan alle resultaten bekijken door hier te klikken

De luchtkwaliteit aanpakken, begint lokaal. Bij jou in de buurt. Omdat een gezonde omgeving iedereen aanbelangt, worden de burgers in Roeselare betrokken bij het meten van de luchtkwaliteit. Vrijwilligers doen er met de fiets metingen doorheen de stad en met het lokaal meetnet ‘AiRSL’ kan iedereen eenvoudig en goedkoop de luchtkwaliteit meten aan zijn of haar gevel. Burgemeester Kris Declercq vertelt er meer over in onderstaand interview.

 Jullie maakten in Roeselare een actieplan op om fijnstof te verminderen en de luchtkwaliteit aan te pakken. Wanneer is dit ontstaan?

Kris Declercq: “Al enige jaren stelden we aan de twee meetstations in Roeselare vast dat er soms overschrijdingen waren van fijnstof. Daarom maakten we in 2011 een actieplan fijnstof op, onder andere samen met de bedrijven in de havenzone, waardoor er sinds 2013 geen overtredingen van de Europese norm meer werden vastgesteld. Maar ook op andere plaatsen in de stad vonden we het, door het vele autoverkeer, belangrijk om de luchtkwaliteit te meten. De nieuwe computersimulaties van de Vlaamse overheid toonden bovendien aan dat er nog knelpunten waren in binnenstedelijke gebieden.”

Bekijk ook het debat in de Zevende Dag over  "Curieuzeneuzen & Propere lucht"
met o.m. Kris Declercq, burgemeester van Roeselare




Om de luchtkwaliteit aan te pakken, betrekken jullie de burgers. Zo ontwikkelden jullie het meetnet AiRSL. Wat houdt dit juist in?

Kris: “Vorig jaar al startten we met vrijwilligers om met de fiets metingen te doen, zowel in de winter tijdens de spitsuren als overdag tijdens de zomer. We namen ook de kosten op ons voor wie mee wou doen aan het project ‘Curieuzeneuzen’. Na een aantal workshops met enkele inwoners, ontstond het meetnet AiRSL. We ontwikkelden een meter waardoor iedereen eenvoudig en goedkoop de luchtkwaliteit kan meten aan zijn of haar gevel. Die wordt aan iedereen ter beschikking gesteld die het wenst. De betrokkenheid van de Roeselarenaars is belangrijk, omdat zij de eerste voelsprieten zijn om knelpunten te signaleren en zo ingrepen in de openbare ruimte voor te stellen.”

Zien jullie al verbeteringen in de luchtkwaliteit door jullie initiatieven?

Kris: “Sinds het fijnstof actieplan zijn er alvast geen overschrijdingen meer gebeurd, maar er is nog werk aan de winkel. Het draagvlak in de stad groeit ook om meer groen te voorzien, te investeren in bijvoorbeeld 100 kilometer nieuwe fietspaden in Roeselare en een ruimtelijk beleid uit te voeren waarbij we gesloten binnengebieden en pleinen opnieuw teruggeven aan de mensen. Daarom ontwikkelden we een klimaatactieplan waar de luchtkwaliteitsmaatregelen deel van uitmaken. We willen dit verder vormgeven als een echt luchtkwaliteitsplan voor de toekomst. Want iedereen die voor levenskwaliteit gaat, vindt luchtkwaliteit belangrijk. Wij dus zeker. Gezondheid moet voorop blijven staan in steeds groeiende steden. Zeker in schoolomgevingen of drukke knooppunten moeten we ingrijpende maatregelen durven nemen.”

Welke plannen hebben jullie in het vooruitzicht om de luchtkwaliteit nog meer te verbeteren in Roeselare?

Kris: “Onze plannen zijn een mix van maatregelen: er is niet enkel ons eigen lokaal meetnet – AiRSL – met onze inwoners, maar ook een mobiliteitsplan waarbij we meer investeren in goede en veilige fiets- en wandelinfrastructuur, een vergroening van de stad door ons groenplan met meer pleinen, openbare ruimte en een groot stadsrandbos. Daarnaast is er ons ruimtelijk beleid waarbij we ‘street canyons’ willen vermijden door het terug open maken van vandaag besloten binnengebieden met groene rustpunten. We legden de voorbije jaren ons warmtenet aan (de grootste ‘centrale verwarming’ van het land door het gebruik van verbrande afval) in de stad en naar nieuwe verkavelingen waardoor we investeren in duurzame energie, en dus minder fossiele brandstoffen.”