De landbouwcommissie van het Europees parlement keurt met grote meerderheid een rapport goed dat de toegang tot landbouwgrond voor jonge landbouwers moet verbeteren. De bal ligt nu bij de Commissie. Voor Vlaanderen is het heel belangrijk dat er een duidelijk initiatief komt van Europa. Dat bevestigt Tom Vandenkendelaere, lid van de landbouwcommissie voor CD&V:

Het Vlaamse platteland vertuint en verpaardt aan sneltempo. Van de 785.000 ha die in Vlaanderen voor landbouw worden voorzien, wordt slechts 685.000 ha werkelijk voor landbouw gebruikt. Landbouwgrond wordt meer en meer gebruikt als tuin of hobbyweide, vooral voor paarden. Mensen die landbouwgrond daarvoor kopen, kunnen zich veroorloven wat meer te betalen. Dat jaagt de prijzen de hoogte in en verdrijft vooral jonge landbouwers van de markt. Het is al zoeken naar een evenwicht tussen natuur en landbouw op onze schaarse ruimte. Als we de landbouwgrond die wél beschikbaar en bewerkbaar is massaal laten opkopen door recreanten hebben onze jonge landbouwers straks helemaal geen toekomst meer.”

In dit rapport reikt het Europees Parlement enkele instrumenten aan waar de lidstaten mee aan de slag kunnen. “Er zitten zeker waardevolle ideeën in,” bevestigt Vandenkendelaere. “We willen eerst en vooral dat de Commissie duidelijk stelt wat Vlaanderen, volgens de regels van de interne markt, kan doen om de markt van de landbouwgrond te reguleren. Wat mogen we doen om landbouwgrond zoveel mogelijk in de handen van professionele boeren te houden? Het rapport suggereert een voorkooprecht voor actieve landbouwers, zoals dat bestaat in Frankrijk. Dat is een piste waarover we ook bij ons moeten durven nadenken.

Daarnaast pleit het rapport onder meer voor het oprichten van een observatorium en een digitale databank om het effectieve grondgebruik en de pachtprijzen in kaart te brengen. Op lange termijn moet Europa echter meer doen.

De opmaak van het nieuwe Gemeenschappelijke Europese landbouwbeleid vanaf 2020 is volop bezig. Om jonge boeren te steunen moeten we een constructieve oplossing vinden voor de directe inkomsenssteun voor niet-actieve land- en tuinbouwers. Want precies daarom blijven niet-actieve boeren ‘op hun land zitten’. Door de koppeling van land aan inkomenssteun weg te nemen, kan die grond vrijkomen voor jonge landbouwers.”