"De vraag of de natuur moet beschermd worden, is voor politici en landbouwers van mijn generatie al lang geen onderwerp van discussie meer. Natuurbescherming is te belangrijk om te verzanden in de oude tegenstelling tussen natuur en landbouw. Wij ijveren voor een praktische aanpak, gebaseerd op correcte informatie, " zegt Europarlementslid Tom Vandenkendelaere (CD&V), lid van de Commissie Leefmilieu n.a.v. de goedkeuring door het Europees Parlement van een evaluatieverslag over de Europese biodiversiteitsstrategie.

Vandenkendelaere: "Bij de naleving van de Europese natuurwetgeving moeten we rekening houden met zowel de economische als de landbouwbelangen. In de Europese regelgeving zijn daarvoor instrumenten voorzien."

De herziening van de Vogelrichtlijn uit 1979 en de Habitatrichtlijn uit 1991 vormen een belangrijk onderdeel van de evaluatie. Deze richtlijnen bepalen welke diersoorten en habitatgebieden er beschermd moeten worden. De uitvoering van deze richtlijnen zorgen tot op vandaag voor verhitte discussies onder meer over wie de verantwoordelijkheid draagt voor de natuurbescherming.

Vandenkendelaere: "Onze landbouwers doen hiervoor heel wat inspanningen. Daarom was ik verbaasd dat rapporteur Mark Demesmaeker in de eerste tekst in november de landbouwers met de vinger wees door te stellen dat er nog geen meetbare verbeteringen merkbaar zijn van hun milieu-inspanningen. Dat ligt niet aan de landbouwers maar aan het feit dat sommige lidstaten nog niet over alle resultaten beschikken. Ook bij ons konden de landbouwers pas vorig jaar hun aangiftes indienen. Uit de pas binnengelopen cijfers blijkt echter dat maar liefst 97% van onze landbouwsector in orde is. Daar mag ook eens de nadruk op worden gelegd."